Vandaag
zijn we met de bus naar Cienfuegos gereden. Na het
gebruikelijke ontbijt op het dak van Ambos Mundo
vertrokken we om 08:30.
Gisteren reden we westwaarts, de komende dagen rijden we alleen maar oostwaarts, totdat we het oostelijke puntje van onze reis hebben bereikt (Santiago de Cuba).
We hebben twee zieke reisgenoten. Zij mogen voor in de bus. Zal alles te maken hebben met eten, water en temperatuur.
We rijden dus oostwaarts door Havanna. Dat gaat prima, de weg is hier nog wel redelijk. We komen op de snelweg die van west naar halverwege het eiland gaat (en dan spontaan ophoudt). Hoewel, snelweg.... Een groot breed stuk asfalt en beton, zonder enige markering. Je zoekt maar uit waar je rijdt, zolang je maar een beetje rechts aanhoudt. Gelukkig is er op Cuba weinig verkeer, dus dit gaat allemaal prima. Ruimte zat in ieder geval om de kuilen te ontwijken.
De eerste stop hebben we na een uur al te pakken: We gaan een deel van de trip verder maken per trein. Per enige elektrische trein die er rijdt in Cuba. Het woord rijden is hier figuurlijk bedoeld. We hebben echt ons serieus afgevraagd om het ding ons wel kon en ging vervoeren. Maar zoals alles in Cuba: Het ziet er haveloos uit, maar het werkt wel. Wij zaten helemaal voorin de gerestaureerde coupe, en in het niet gerestaureerde deel zat een Fins reisgezelschap. Al met al een man of 60 aan boord dus. En daar gingen we. Zoals altijd moet er muziek gemaakt worden, dus een zestal muzikanten aan boord die dit met veel enthousiasme gingen verzorgen. Overigens vind men wel dat er minimaal 2x per dag Guantanamera ten gehore moet worden gebracht. Elk zichzelf respecterend bandje speelt het nummer. Dus als je 5 bandjes per dag ontmoet (en dat doe je gauw) dan ben je er klaar mee.
We waren nog maar goed en wel op weg of de Cuba Libres vloeiden al rijkelijk. Ach wat, het was ook al 10:30 dus echt tijd voor een borrel!
Halverwege de niet al te snelle treinreis stopten we in the middle of nowhere. Hier gingen we rietsuiker proeven. Eerst een stukje om op te kauwen, en inderdaad, dat spul is mierzoet. Daarna een beetje geperste rietsuikerstengel (dus alleen het sap) aangelengd met evenveel witte rum. Bah, wat smerig...
Gauw weer aan bord en verder met het treintje. Na een rit van in totaal een klein uur kwamen we op een heus stationnetje aan, waar de bus al weer klaar stond. Inclusief de twee zieken die niet mee waren geweest. Dus wij weer fooi geven (je moet hier een zak vol kleingeld hebben, overal geef je fooi) aan de muziekanten en de bus weer in.
Volgende stop: Coffeebreak. Duurde een half uurtje om er te komen, in een 'wegrestaurant'. Snel even een bakje koffie (die hier heel goed te drinken is), even plassen en weer verder, naar onze lunchstop. Dat was een rit van bijna 2 uur. Door veel dorpjes, en langs enorme rietsuikervelden. Die dorpjes zijn echt enorm haveloos. Zo'n 50 jaar geleden moet het er allemaal erg mooi hebben uitgezien, maar het is nu allemaal oud en vervallen. Er is simpelweg geen geld om de huizen een beetje op te knappen. Maar, de mensen zijn hier wel allemaal blij. Of ze doen heel goed alsof....
De lunch deden we in een soort dierentuintje. Er stond een koe, er was een leguaan, een slang en nog wat meer klein spul. Zo ook een cavia, maar die stond opgesteld in een bak a la de weekend kwis van vroeger. We konden geld inzetten om te zien in welk hokje de cavia naar binnen zou gaan. Kon je een fles drank mee winnen. Dus dat maar 's gedaan, maar geen geluk natuurlijk....
De lunch was lekker en eenvoudig: Broodjes met soep en koffie na.
Aansluitend weer de bus in voor het laatste deel van de trip van vandaag. De snelweg werd al snel een B-weg, waar twee auto's elkaar net in konden halen. Maar we moesten nog wel bijna 90 kilometer rijden tot aan het hotel in Cienfuegos. En de gaten in het wegdek werden ook niet minder...
Maar, al met al waren we toch rond 17:00u in ons hotel. Blijkt een 4 sterren hotel te zijn. Lekker luxe dus! Mooie ruime kamer, met twee grote bedden en een prachtig uitzicht. Prima geregeld dus! We zijn eerst eens even gaan bijkomen op onze kamer. Toevallig hetzelfde kamernummer als in Havanna.
We hadden met twee andere stellen afgesproken om 19:30 in de lobby, om te gaan kijken waar we zouden kunnen gaan eten. De overige reisgenoten zouden in het hotel blijven eten, maar daar hadden wij weinig trek in. Dus m 19:30 verzameld. Aangezien één van de dames ziek was, zijn we dus met z'n vijven op pad gegaan.
Nu hebben ze hier in Cuba een transportmiddel, paard en wagen. En dat hebben ze commercieel gemaakt. We wilden gaan lopen naar het centrum, maar één van de menners van zo'n rijtuig motiveerde ons om dat vooral niet te doen. Het was namelijk meer dan een uur lopen naar het centrum. Dat vonden wij ook net te gortig, dus wij in de huifkar, op naar het centrum. We hadden de menner al aangegeven dat we een restaurant zochten. Dat zou hij wel even voor ons regelen. Halverwege de rit brabbelde hij iets over politie, en ging spontaan van de hoofdweg (die we uit moeten rijden om bij het centrum te komen) af, en ging allerlei dwarsstraatjes volgen. Heel vreemd. Nog vreemder was het toen we bij het 'restaurant' aankwamen. Dat bleek gewoon een illegaal restaurant te zijn. En daar word je voor gewaarschuwd, daar moet je niet gaan eten. Dat hebben we dus ook maar niet gedaan dan. Tot groot ongenoegen van restauranthouder en menner (moet je je voorstellen: Het restaurant bevind zich gewoon achter een deur in de straat, ergens achteraf. Geen bord aan de muur, helemaal niets. Als je het niet weet, zul je het nooit vinden...). Dus wij weer terug naar de winkelstraat van het dorp, daar zaten we vlakbij. Komt er weer iemand op ons af, om te vragen of we een restaurant zoeken. Hij weet er nog wel eentje, twee blokken verderop. Dus wij, naïef als we zijn, met deze jongeman mee. Na 6 blokken kwamen we weer bij een deur, zo midden in een gevel zonder bordje en dergelijke. We hadden en wel weer een vermoeden.... En jawel: Ook weer zo'n illegaal ding. Dat moesten we dus maar niet doen. We hadden in de winkelstraat al een ander restaurant gezien, dus zijn we al die blokken maar weer teruggelopen om daar naar toe te gaan. Een prima restaurant, maar wel met een luidruchtige piano speler. Mocht de pret niet drukken, we hebben lekker gegeten!
Na het eten weer terug naar het hotel, bij voorkeur weer met paard en wagen. Dus wij zoeken naar zo'n huifkar. Toen we er eentje vonden, zaten we al in de bak om te vertrekken, maar liep de band van de velg van één van de wielen. Nou, da's dan ook wat. De menner probeerde het ding te repareren, maar dat ging niet. Dus gooide hij de band gewoon in de bak en vertrokken we met 4 velgen onder de kar, waarvan er 3 een rubberband hadden. De vierde niet. En dat gaf me een lawaai.... Vanaf de plek waar we vertrokken tot aan het hotel staat er een mooie streep op de weg hier in Cienfuegos. Hebben wij gedaan. We hebben de arme man maar extra fooi gegeven om een nieuwe band te monteren. Kon ie wel waarderen.
Terug in het hotel nog even een borrel gedronken in het mooiste huis van Cuba, of beter gezegd op het mooiste huis van Cuba. Want naast het hotel staat het mooiste huis van Cuba, volgens kenners. En dat huis heeft een dakterras. Waar je met een smal wenteltrapje naar toe moet. Wel een mooi gebouw, dat zeker. Maar of dit nu het mooiste gebouw van Cuba is? We zullen het zien. Eerst maar weer naar bed. Morgen een nieuwe dag.
Gisteren reden we westwaarts, de komende dagen rijden we alleen maar oostwaarts, totdat we het oostelijke puntje van onze reis hebben bereikt (Santiago de Cuba).
We hebben twee zieke reisgenoten. Zij mogen voor in de bus. Zal alles te maken hebben met eten, water en temperatuur.
We rijden dus oostwaarts door Havanna. Dat gaat prima, de weg is hier nog wel redelijk. We komen op de snelweg die van west naar halverwege het eiland gaat (en dan spontaan ophoudt). Hoewel, snelweg.... Een groot breed stuk asfalt en beton, zonder enige markering. Je zoekt maar uit waar je rijdt, zolang je maar een beetje rechts aanhoudt. Gelukkig is er op Cuba weinig verkeer, dus dit gaat allemaal prima. Ruimte zat in ieder geval om de kuilen te ontwijken.
De eerste stop hebben we na een uur al te pakken: We gaan een deel van de trip verder maken per trein. Per enige elektrische trein die er rijdt in Cuba. Het woord rijden is hier figuurlijk bedoeld. We hebben echt ons serieus afgevraagd om het ding ons wel kon en ging vervoeren. Maar zoals alles in Cuba: Het ziet er haveloos uit, maar het werkt wel. Wij zaten helemaal voorin de gerestaureerde coupe, en in het niet gerestaureerde deel zat een Fins reisgezelschap. Al met al een man of 60 aan boord dus. En daar gingen we. Zoals altijd moet er muziek gemaakt worden, dus een zestal muzikanten aan boord die dit met veel enthousiasme gingen verzorgen. Overigens vind men wel dat er minimaal 2x per dag Guantanamera ten gehore moet worden gebracht. Elk zichzelf respecterend bandje speelt het nummer. Dus als je 5 bandjes per dag ontmoet (en dat doe je gauw) dan ben je er klaar mee.
We waren nog maar goed en wel op weg of de Cuba Libres vloeiden al rijkelijk. Ach wat, het was ook al 10:30 dus echt tijd voor een borrel!
Halverwege de niet al te snelle treinreis stopten we in the middle of nowhere. Hier gingen we rietsuiker proeven. Eerst een stukje om op te kauwen, en inderdaad, dat spul is mierzoet. Daarna een beetje geperste rietsuikerstengel (dus alleen het sap) aangelengd met evenveel witte rum. Bah, wat smerig...
Gauw weer aan bord en verder met het treintje. Na een rit van in totaal een klein uur kwamen we op een heus stationnetje aan, waar de bus al weer klaar stond. Inclusief de twee zieken die niet mee waren geweest. Dus wij weer fooi geven (je moet hier een zak vol kleingeld hebben, overal geef je fooi) aan de muziekanten en de bus weer in.
Volgende stop: Coffeebreak. Duurde een half uurtje om er te komen, in een 'wegrestaurant'. Snel even een bakje koffie (die hier heel goed te drinken is), even plassen en weer verder, naar onze lunchstop. Dat was een rit van bijna 2 uur. Door veel dorpjes, en langs enorme rietsuikervelden. Die dorpjes zijn echt enorm haveloos. Zo'n 50 jaar geleden moet het er allemaal erg mooi hebben uitgezien, maar het is nu allemaal oud en vervallen. Er is simpelweg geen geld om de huizen een beetje op te knappen. Maar, de mensen zijn hier wel allemaal blij. Of ze doen heel goed alsof....
De lunch deden we in een soort dierentuintje. Er stond een koe, er was een leguaan, een slang en nog wat meer klein spul. Zo ook een cavia, maar die stond opgesteld in een bak a la de weekend kwis van vroeger. We konden geld inzetten om te zien in welk hokje de cavia naar binnen zou gaan. Kon je een fles drank mee winnen. Dus dat maar 's gedaan, maar geen geluk natuurlijk....
De lunch was lekker en eenvoudig: Broodjes met soep en koffie na.
Aansluitend weer de bus in voor het laatste deel van de trip van vandaag. De snelweg werd al snel een B-weg, waar twee auto's elkaar net in konden halen. Maar we moesten nog wel bijna 90 kilometer rijden tot aan het hotel in Cienfuegos. En de gaten in het wegdek werden ook niet minder...
Maar, al met al waren we toch rond 17:00u in ons hotel. Blijkt een 4 sterren hotel te zijn. Lekker luxe dus! Mooie ruime kamer, met twee grote bedden en een prachtig uitzicht. Prima geregeld dus! We zijn eerst eens even gaan bijkomen op onze kamer. Toevallig hetzelfde kamernummer als in Havanna.
We hadden met twee andere stellen afgesproken om 19:30 in de lobby, om te gaan kijken waar we zouden kunnen gaan eten. De overige reisgenoten zouden in het hotel blijven eten, maar daar hadden wij weinig trek in. Dus m 19:30 verzameld. Aangezien één van de dames ziek was, zijn we dus met z'n vijven op pad gegaan.
Nu hebben ze hier in Cuba een transportmiddel, paard en wagen. En dat hebben ze commercieel gemaakt. We wilden gaan lopen naar het centrum, maar één van de menners van zo'n rijtuig motiveerde ons om dat vooral niet te doen. Het was namelijk meer dan een uur lopen naar het centrum. Dat vonden wij ook net te gortig, dus wij in de huifkar, op naar het centrum. We hadden de menner al aangegeven dat we een restaurant zochten. Dat zou hij wel even voor ons regelen. Halverwege de rit brabbelde hij iets over politie, en ging spontaan van de hoofdweg (die we uit moeten rijden om bij het centrum te komen) af, en ging allerlei dwarsstraatjes volgen. Heel vreemd. Nog vreemder was het toen we bij het 'restaurant' aankwamen. Dat bleek gewoon een illegaal restaurant te zijn. En daar word je voor gewaarschuwd, daar moet je niet gaan eten. Dat hebben we dus ook maar niet gedaan dan. Tot groot ongenoegen van restauranthouder en menner (moet je je voorstellen: Het restaurant bevind zich gewoon achter een deur in de straat, ergens achteraf. Geen bord aan de muur, helemaal niets. Als je het niet weet, zul je het nooit vinden...). Dus wij weer terug naar de winkelstraat van het dorp, daar zaten we vlakbij. Komt er weer iemand op ons af, om te vragen of we een restaurant zoeken. Hij weet er nog wel eentje, twee blokken verderop. Dus wij, naïef als we zijn, met deze jongeman mee. Na 6 blokken kwamen we weer bij een deur, zo midden in een gevel zonder bordje en dergelijke. We hadden en wel weer een vermoeden.... En jawel: Ook weer zo'n illegaal ding. Dat moesten we dus maar niet doen. We hadden in de winkelstraat al een ander restaurant gezien, dus zijn we al die blokken maar weer teruggelopen om daar naar toe te gaan. Een prima restaurant, maar wel met een luidruchtige piano speler. Mocht de pret niet drukken, we hebben lekker gegeten!
Na het eten weer terug naar het hotel, bij voorkeur weer met paard en wagen. Dus wij zoeken naar zo'n huifkar. Toen we er eentje vonden, zaten we al in de bak om te vertrekken, maar liep de band van de velg van één van de wielen. Nou, da's dan ook wat. De menner probeerde het ding te repareren, maar dat ging niet. Dus gooide hij de band gewoon in de bak en vertrokken we met 4 velgen onder de kar, waarvan er 3 een rubberband hadden. De vierde niet. En dat gaf me een lawaai.... Vanaf de plek waar we vertrokken tot aan het hotel staat er een mooie streep op de weg hier in Cienfuegos. Hebben wij gedaan. We hebben de arme man maar extra fooi gegeven om een nieuwe band te monteren. Kon ie wel waarderen.
Terug in het hotel nog even een borrel gedronken in het mooiste huis van Cuba, of beter gezegd op het mooiste huis van Cuba. Want naast het hotel staat het mooiste huis van Cuba, volgens kenners. En dat huis heeft een dakterras. Waar je met een smal wenteltrapje naar toe moet. Wel een mooi gebouw, dat zeker. Maar of dit nu het mooiste gebouw van Cuba is? We zullen het zien. Eerst maar weer naar bed. Morgen een nieuwe dag.
Unable to Launch Flash Player
This message is being displayed because the browser was unable to load the Flash Player required to display this content.
There are several possible causes for this;
- Your current Flash Player is outdated or it is not installed on your system. Download the latest Flash Player.
- Your browser does not have JavaScript enabled, this is required to load the Flash content.
- The Theme file used to generate this site may be missing the required JavaScript to launch the Flash player.
6 april 2008 - dag 4 van de reis.